Filmer Paul Ruven onthult in tientallen anekdotes hoe een aantal Nederlandse films tot stand kwamen. Vanaf het eerste filmidee tot en met de première. Ruim driehonderd bladzijde leerzaam leesplezier. Verrassend, soms hilarisch, soms echt ongelooflijk. Hier onder een aantal korte fragmenten uit het boek.

zondag 27 maart 2016


WAAROM HET BOEK "FILMERVARINGEN UIT DE PRAKTIJK"  EN WAT STAAT ER IN?


Toen ik filmregisseur wilde worden zocht ik naar boeken en kennis over hoe het echt gaat achter de schermen in alle fases van het filmmaken in ons filmland, met hele concrete voorbeelden. Maar die vond ik niet.

 “Wat ik niet op filmschool leerde”. Dat had ook de titel kunnen zijn. Het is allereerst voor filmers, die van hun opleiding de echte praktijk in gaan.

Voor de duidelijkheid: ik ben natuurlijk geen echte schrijver. Verwacht geen prachtige zinnen. Lees het alsof je met me in de kroeg staat en ik ben het meeste aan het woord. En ik heb natuurlijk niet de grote waarheid over filmmaken in Nederland in pacht. Voor iedere filmmaker geldt weer een andere waarheid. Dit zijn gewoon mijn ervaringen uit de filmpraktijk.

Wat ben ik in die filmpraktijk tegenkomen? Hoe loste ik bepaalde terugkerende problemen op? Wat zijn tips en overwegingen? Hoe zorgde ik ervoor dat mijn filmdroom goed uit de strijd kwam? Welke inzichten kreeg ik door vallen en opstaan, die jonge filmmakers kunnen helpen?

ANDEREN HELPEN DOOR KENNIS VAN DE FILMWERELD ACHTER DE SCHERMEN

Filmmaken heeft soms veel van een strijd, een echte worsteling. Op alle vlakken: creatief, financieel, noem maar op. En als je daar niets van weet, kun je er aan onderdoor gaan. Ik weet het uit ervaring. En ik heb jonge  talentvolle regisseurs gezien, die met veel lof en veel idealisme van hun filmopleiding kwamen, maar het na één of twee films niet meer trokken.

Wereldwijd maken slechts drie op de tien regisseurs een tweede speelfilm. En slechts één op de tien een derde film. Er zijn helaas geen cijfers uit Nederland bekend.

Vooral je tweede film maken geeft een ongelooflijke druk, als je net je eerste succes hebt gehad. Je bent het snoepje van de week, iedereen heeft torenhoge verwachtingen van je tweede film. Meestal stelden die tweede films enorm teleur. Ook voor de filmmakers zelf. Een hele zware klap.

Daarom stopten sommige zeer talentvolle regisseurs met speelfilms, en kozen een veiligere weg bij een tv-serie, waar je jarenlang anoniem kunt werken zonder het risico van een negatieve, pijnlijke recensie. Maar ook zonder echt uitgedaagd te worden om een geweldige film te maken. En dat is eeuwig zonde, want juist zij waren de beloftes van de Nederlandse film.

LEREN VAN WAT ANDEREN LEERDEN

Ik denk dat het je helpt om betere films te kunnen maken, als je meer inzicht in de concrete praktijk van speelfilms krijgt. Dat kun je op allerlei manieren geven. Ik heb het liefst concrete voorbeelden. Volgens mij leer je daar het meeste van, als je net van een opleiding de praktijk in komt.

Concrete voorbeelden dus, die over de mechanismes van het filmmaken gaan. Want daar gaat het om. Niet om de poppetjes. Maar zonder poppetjes is het saai en abstract. Daarom neem ik mezelf en daardoor noem ik logischerwijze ook andere mensen, met wie ik in de voorbeelden te maken had. Met alle respect overigens, want ik heb enorm respect voor iedereen, die zich staande probeert te houden in de onzekere filmwereld.

DRIE FILMS VAN FILMIDEE TOT EN MET DE PREMIÈRE

Ik heb mijn eigen ervaringen uit vijfentwintig jaar filmpraktijk als uitgangspunt genomen. Met drie speelfilms als leidraad: “Het Bombardement” (big budget), “Ushi Must Marry”  (normaal budget) en “De Overgave” (low budget). Toevallig zijn dat drie films, die niet goed door de pers ontvangen zijn, wat het juist alleen maar leerzamer maakt: hoe gingen deze drie speelfilms van filmdroom naar hun eindresultaat?

Ik beschrijf deze drie films van het eerste filmidee tot en met de première, en soms nog verder, zoals een rechtszaak of deurwaarder erna. Ik probeer zo een inzicht in dat hele filmproces te geven met concrete voorbeelden.

IS DE FILMWERELD ACHTER DE SCHERMEN EEN TABOE?

Natuurlijk heb ik vaker getwijfeld: Moet ik dit of dat nou wel of niet noemen? Er is toch geen taboe in de filmwereld? Of mag je sommige dingen van het filmproces niet openlijk noemen of bespreken? Maar het gaat nou juist om een heel proces te schetsen en duidelijk te maken. Iedereen zal het met mee eens zijn dat het idioot zou zijn om steeds stukjes uit het filmproces te “censureren”. Dat wordt het onwaarachtig.

Door deze drie films heen zijn allerlei andere filmervaringen uit de praktijk en anekdotes gevlochten, die – naar ik hoop - allemaal iets van inzicht zullen geven. Mijn voordeel is dat ik bij meerdere films drie functies (scenarioschrijver, regisseur, producent) tegelijk heb bekleed, waardoor ik het totale proces van meerdere kanten kan belichten.

NOG BETERE NEDERLANDSE FILMS

Ik heb het opgeschreven zoals ik het zelf allemaal beleefd heb. Soms was dat erg pijnlijk voor me, maar bijna altijd overheerste het plezier van het filmmaken. Dat plezier heb ik nog steeds na alles wat er gebeurd is. Het kan overigens goed zijn dat andere mensen het anders beleefd hebben.

Ik heb geput uit (vooral) mijn dagboeken, e-mails, aantekeningen en alles wat ik al die jaren bewaard heb. En natuurlijk mijn geheugen. Soms heb ik voor de leesbaarheid de vrijheid genomen om samen te vatten of aan te passen. Alles met het doel om een beter inzicht te geven, te inspireren, en laten zien hoe je problemen achter de schermen zou kunnen oplossen.

Met deze filmkennis wil ik behalve een beter begrip overdragen ook nieuwe filmmakers proberen te helpen om nog betere films te maken.

EENMALIG EN WIE VOLGT?

Dit is eenmalig. Dit is zo’n beetje alle filmkennis, die ik in vijf en twintig jaar ervaren en vergaard heb, en hier deel. Dus niemand hoeft bang te zijn dat als ie met me werkt dat ie vervolgens in een nieuw boek komt :)

Het lijkt me overigens een goed idee als andere filmmakers ook hun filmkennis en hun filmervaringen gaan delen. Daar worden Nederlandse filmers – en onze filmcultuur - alleen maar rijker door. Wie volgt?-