Toen ik filmregisseur wilde worden zocht ik naar boeken en kennis over
hoe het echt gaat achter de schermen in alle fases van het filmmaken in ons
filmland, met hele concrete voorbeelden. Maar die vond ik niet.
“Wat ik niet op
filmschool leerde”. Dat had ook de titel kunnen zijn. Het is allereerst voor
filmers, die van hun opleiding de echte praktijk in gaan.
Voor de duidelijkheid: ik ben natuurlijk geen echte schrijver.
Verwacht geen prachtige zinnen. Lees het alsof je met me in de kroeg staat en
ik ben het meeste aan het woord. En ik heb natuurlijk niet de grote waarheid
over filmmaken in Nederland in pacht. Voor iedere filmmaker geldt weer een
andere waarheid. Dit zijn gewoon mijn ervaringen uit de filmpraktijk.
Wat ben ik in die filmpraktijk tegenkomen? Hoe loste ik bepaalde
terugkerende problemen op? Wat zijn tips en overwegingen? Hoe zorgde ik ervoor
dat mijn filmdroom goed uit de strijd kwam? Welke inzichten kreeg ik door
vallen en opstaan, die jonge filmmakers kunnen helpen?
ANDEREN HELPEN DOOR KENNIS VAN DE FILMWERELD ACHTER DE SCHERMEN
Filmmaken heeft soms veel van een strijd, een echte worsteling. Op
alle vlakken: creatief, financieel, noem maar op. En als je daar niets van
weet, kun je er aan onderdoor gaan. Ik weet het uit ervaring. En ik heb jonge talentvolle regisseurs gezien, die met
veel lof en veel idealisme van hun filmopleiding kwamen, maar het na één of
twee films niet meer trokken.
Wereldwijd maken slechts
drie op de tien regisseurs een tweede speelfilm. En slechts één op de tien een
derde film. Er zijn helaas geen cijfers uit Nederland bekend.
Vooral je tweede film maken geeft een ongelooflijke druk, als je net
je eerste succes hebt gehad. Je bent het snoepje van de week, iedereen heeft
torenhoge verwachtingen van je tweede film. Meestal stelden die tweede films
enorm teleur. Ook voor de filmmakers zelf. Een hele zware klap.
Daarom stopten sommige zeer talentvolle regisseurs met speelfilms, en kozen een veiligere
weg bij een tv-serie, waar je jarenlang anoniem kunt werken zonder het risico
van een negatieve, pijnlijke recensie. Maar ook zonder echt uitgedaagd te
worden om een geweldige film te maken. En dat is eeuwig zonde, want juist zij
waren de beloftes van de Nederlandse film.
LEREN VAN WAT ANDEREN LEERDEN
Ik denk dat het je helpt om betere films te kunnen maken, als je meer
inzicht in de concrete praktijk van speelfilms krijgt. Dat kun je op allerlei
manieren geven. Ik heb het liefst concrete voorbeelden. Volgens mij leer je
daar het meeste van, als je net van een opleiding de praktijk in komt.
Concrete voorbeelden dus, die over de mechanismes van het filmmaken
gaan. Want daar gaat het om. Niet om de poppetjes. Maar zonder poppetjes is het
saai en abstract. Daarom neem ik mezelf en daardoor noem ik logischerwijze ook
andere mensen, met wie ik in de voorbeelden te maken had. Met alle respect
overigens, want ik heb enorm respect voor iedereen, die zich staande probeert
te houden in de onzekere filmwereld.
DRIE FILMS VAN FILMIDEE TOT EN MET DE PREMIÈRE
Ik heb mijn eigen ervaringen uit vijfentwintig jaar filmpraktijk als
uitgangspunt genomen. Met drie speelfilms als leidraad: “Het Bombardement” (big
budget), “Ushi Must Marry” (normaal budget) en “De Overgave” (low budget). Toevallig
zijn dat drie films, die niet goed door de pers ontvangen zijn, wat het juist
alleen maar leerzamer maakt: hoe gingen deze drie speelfilms van filmdroom naar
hun eindresultaat?
Ik beschrijf deze drie films van het eerste filmidee tot en met de
première, en soms nog verder, zoals een rechtszaak of deurwaarder erna. Ik
probeer zo een inzicht in dat hele filmproces te geven met concrete
voorbeelden.
IS DE FILMWERELD ACHTER DE SCHERMEN EEN TABOE?
Natuurlijk heb ik vaker getwijfeld: Moet ik dit of dat nou wel of niet
noemen? Er is toch geen taboe in de filmwereld? Of mag je sommige dingen van
het filmproces niet openlijk noemen of bespreken? Maar het gaat nou juist om
een heel proces te schetsen en duidelijk te maken. Iedereen zal het met mee
eens zijn dat het idioot zou zijn om steeds stukjes uit het filmproces te
“censureren”. Dat wordt het onwaarachtig.
Door deze drie films heen zijn allerlei andere filmervaringen uit de
praktijk en anekdotes gevlochten, die – naar ik hoop - allemaal iets van
inzicht zullen geven. Mijn voordeel is dat ik bij meerdere films drie functies
(scenarioschrijver, regisseur, producent) tegelijk heb bekleed, waardoor ik het
totale proces van meerdere kanten kan belichten.
NOG BETERE NEDERLANDSE FILMS
Ik heb het opgeschreven zoals ik het zelf allemaal beleefd heb. Soms
was dat erg pijnlijk voor me, maar bijna altijd overheerste het plezier van het
filmmaken. Dat plezier heb ik nog steeds na alles wat er gebeurd is. Het kan overigens
goed zijn dat andere mensen het anders beleefd hebben.
Ik heb geput uit (vooral) mijn dagboeken, e-mails, aantekeningen en
alles wat ik al die jaren bewaard heb. En natuurlijk mijn geheugen. Soms heb ik
voor de leesbaarheid de vrijheid genomen om samen te vatten of aan te passen. Alles
met het doel om een beter inzicht te geven, te inspireren, en laten zien hoe je
problemen achter de schermen zou kunnen oplossen.
Met deze filmkennis wil ik behalve een beter begrip overdragen ook
nieuwe filmmakers proberen te helpen om nog betere films te maken.
EENMALIG EN WIE VOLGT?
Dit is eenmalig. Dit is zo’n beetje alle filmkennis, die ik in vijf en
twintig jaar ervaren en vergaard heb, en hier deel. Dus niemand hoeft bang te
zijn dat als ie met me werkt dat ie vervolgens in een nieuw boek komt :)
Het lijkt me overigens een goed idee als andere filmmakers ook hun
filmkennis en hun filmervaringen gaan delen. Daar worden Nederlandse filmers –
en onze filmcultuur - alleen maar rijker door. Wie volgt?-